- gebiedend
- {{gebiedend}}{{/term}}1 [gebod, bevel uitdrukkend; ook taalkunde] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 impératif 〈v.: impérative〉; 〈bijwoord〉 impérativement2 [dwingend] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 impérieux 〈v.: impérieuse〉; 〈bijwoord〉 impérieusement♦voorbeelden:1 een gebiedende stem • une voix impérativegebiedende wijs • impératif 〈 〈m.〉〉gebiedend spreken • prendre un ton de commandementiets gebiedend zeggen • dire impérativement qc.2 een gebiedend voorschrift • une prescription impérieuse
Deens-Russisch woordenboek. 2015.